Skiën

Deze winter is er erg weinig sneeuw gevallen. Zo weinig, dat Hannahs skiweek met school is afgezegd… Dat is natuurlijk best even een teleurstelling. Maar zelfs met sneeuwkanonnen kun je niet alles naar je hand zetten: als het te warm is en/of het regent, dan is kunstmatig gespoten sneeuw ook zo weer weg.

Maar eind deze week begon het dan zowaar toch nog even te sneeuwen. Vrijdag scheen het zonnetje, en daarmee hadden we ongeveer de enige dag die geschikt was om te skiën (met heftige windstoten enzo wil je niet boven zijn als het net gesneeuwd heeft). Omdat Johans ouders hier zijn met twee ski-lustige tieners én onze kinderen vakantie hebben, zijn we dus de berg opgegaan om ons geluk te beproeven. Het scheelde niet veel, regelmatig zag je grond of gras tussen de sneeuw opduiken, maar ze hebben kunnen skiën! Hannah kon het nog van vorig jaar, en Boaz heeft nu z’n eerste ervaringen opgedaan 🙂 Juut moet helaas nog even wachten…

Uitje naar de Ravennaschlucht

Vandaag was het zo’n heerlijke zaterdag met zonnig weer, geen grote huishoudelijke klussen / visite / afspraken / verplichtingen… Tijd om er op uit te gaan dus!

De meeste uitjes zijn natuurlijk het leukst als het zo tussen de 18 en 25 graden is, maar dat gaat in februari niet lukken. Toch wilden we graag de natuur in. We besloten om gewoon lekker te gaan wandelen, wat proviand mee te nemen, maar ons niet vast te pinnen op een uitgebreide picknick. In geval van nood zijn er altijd nog wel restaurantjes te vinden 😉

Een wandeling die ik nog op mijn verlanglijstje had staan, was die in de Ravennaschlucht. Alleen die naam al klinkt avontuurlijk, en de foto’s en verhalen op Internet deden daar nog een schepje bovenop. Bovendien las ik een verslag dat de wandeling bijzonder geschikt is voor kinderen die smalle klauterpaadjes met stenen en boomwortels verkiezen boven asfaltwegen. Perfect voor ons kroost. We moesten er wel zo’n 40 minuten voor rijden, maar vooruit. Het is tenslotte voorjaarsvakantie, dan mag je wel ’s iets geks doen.

De enthousiaste verhalen op Internet hadden niets teveel gezegd. Wauw, wat is het daar mooi! Een tamelijk wild riviertje heeft een smal ravijn uitgesleten waar je nu heerlijk kunt wandelen over smalle paadjes, bruggetjes en trappetjes. Nu eens aan de ene kant van de rivier, dan weer een stukje aan de andere kant, soms kan je het water aanraken, dan zit je er weer 6 meter boven… Volgens de toeristeninfo is de hoogste waterval 16 meter hoog. Wij vinden het altijd wat lastig te bepalen waar een waterval begint en eindigt, maar er was in ieder geval veel moois te zien.

Gezien de vele afgeknapte bomen kan het er ruig aan toe gaan hier, en de restjes sneeuw en ijs die in het zonlicht schitterden lieten zien dat de vorst nog niet zo lang verdwenen is. Maar vandaag scheen de zon dus, en als we doorliepen was de temperatuur goed. Een echte picknick lukte alleen op het eindpunt, toen we uit de “schlucht” in de volle zon zaten. Maar een versgebakken bolletje smaakt ook goed als je het al lopend opeet.

Deze “schlucht” heeft ook qua historie één en ander te bieden. We zagen een oude zaag die op waterkracht bomen aan planken zaagde, nog een watermolen, en verschillende panelen met uitleg over 37 meter hoge spoorbrug aan het begin van de Ravennaschlucht. Die is tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest, maar al snel weer herbouwd omdat ze nodig was voor het vervoer van herstelbetalingen van Duitsland aan Frankrijk, in de vorm van boomstammen uit het Zwarte Woud. Sindsdien rijden er dus weer treinen over. Volgens Wikipedia is deze Ravennabrug de enige spoorbrug van de Deutsche Bahn die verwarmd kan worden. Een bijzonder staaltje bouwkunst.

Bovendien staat er een prachtig “Hofgut”, zo’n klassieke boerderij met grote balkons en veel muurschilderingen. Eén van die schilderingen vertelde ons dat Marie Antionette daar in 1770 heeft gelogeerd. Kennelijk is dat nog steeds goede reclame 😉 En Johann Wolfgang von Goethe was er in 1779, die heeft zelfs een compleet hotel naar zich vernoemd gekregen. Moet je nagaan, en daar mochten wij zomaar naar de wc…

We hebben ons alvast voorgenomen dat we zo rond mei/juni en oktober nog eens terug willen naar deze plek. Eén keer als alles fris groen is en je lekker lang kunt picknicken, en een keer als alle loofblaadjes verkleurd zijn. Als het nu al zo mooi was…

Als kleine verrassing troffen we vlak bij de parkeerplaats nog een “oude bekende”. Hij bestaat dus toch echt…

Frau Lokje

Johan was voor een korte conferentie in Oberharmersbach, in hotel “De Beren”. Dat ligt midden in het bos, zo afgelegen dat mobiele telefoons er geen bereik hebben. Ideaal voor een ongestoorde conferentie. En reden voor Judith om enthousiast uit te roepen: “Dan is ‘ie net als Frau Lokje, onze pappie!”

Een paar dagen eerder had Johan namelijk als slaapverhaal het sprookje over Goudlokje en de drie beren verteld. En dat sprak Judith erg aan! Ze wilde het verhaaltje drie avonden achtereen horen, zó leuk vond ze het. Gaandeweg werden er wel eens wat details aangepast, maar dat stoorde haar niet. En Boaz luisterde graag mee. Die dacht er wel iets meer over na of het verhaal nou “echt gebeurd” zou zijn of niet. Want beren kunnen toch eigenlijk helemaal geen pap koken en worteltjestaart bakken… of wel?!? Gelukkig viel papa Johan aan het eind van het verhaaltje door de mand, toen er een telefoongesprek in het verhaal ingepast werd. Dát kan natuurlijk niet, want beren hebben helemaal geen telefoon!

Gelukkig hoeven verhaaltjes niet altijd “echt waar” te zijn om bere-spannend te kunnen zijn. Ook verhaaltjes in de trant van “Boaz en Judith gingen met de hele Kindergarten naar de dierentuin…” doen het goed — en helaas voor hen is ook dat een sprookje.

Morgen mogen Boaz en Judith als “echte” ster en astronaut naar de Kindergarten. Ze werken daar al een poosje over de ruimte, en lazen onder andere een boek over een jongetje dat op reis gaat naar de maan. Boaz vraagt zich nog steeds een beetje af of dát avontuur nou “echt” gebeurd kan zijn of niet. Want het stond wel op de plaatjes, dus het was niet zo’n verzonnen verhaaltje van papa… En astronauten bestaan echt. Daar heeft ‘ie genoeg foto’s van gezien inmiddels. Maar een kind dat zomaar naar de maan gaat is toch wel heel raar, want om astronaut te worden moet je heel lang naar een hele knappe school… Ingewikkeld hoor 🙂

Misschien is dat ook juist het mooie aan kinderboeken en kinderhoofdjes. Dromen over iets dat wel zou kunnen, maar toch ook weer zo fantastisch is dat het een bere-spannend verhaal wordt. Daar is Boaz zelf ook erg goed in. Met enige regelmaat word ik getrakteerd op een “echt gebeurd” verslag van een heldendaad uit het verleden van zoonlief. “Weet je mama, toen ik vroeger samen met opa Troost tegen Goliath ging vechten, toen deed ik zo met een steen helemaal woooooeeeeesssssjjjjj en toen viel hij zo BOOOOEEEESSSSJJJJ op de grond! Pats boem, helemaal dood!” Helaas is daar géén foto van, en dus denk ik toch dat het niet echt gebeurd is. Althans niet in alle details. Maar goed, ook bij Goudlokje wordt er wel eens iets aangepast. Want beren die bellen, dat kan natuurlijk niet. Dat is een grapje van papa.

Zeepaardje

Wij hebben sinds zaterdag een “zeepaardje” in huis! De persoon in kwestie is daar erg trots op, en terecht. En ik ben ook trots op mezelf 🙂 want ik heb hard met hem geoefend om dit resultaat te bereiken.

Boaz had voor de kerst al z’n eerste zwemdiploma gehaald, de “kikker”. Maar dat betekent nog niet dat ze zonder hulpmiddelen kunnen zwemmen, dus ons gewenste resultaat was nog niet bereikt. Daarom is hij na de kerstvakantie met de vervolgcursus begonnen, en die wordt vandaag afgerond. Het doel was natuurlijk wel om nu ook het volgende certificaat te halen! Maar of dat zou lukken… het zou er om lopen. Daarom ben ik zaterdag nog een keer met hem wezen oefenen. Het probleem bij Boaz is dat hij zelf al snel tevreden is met z’n zwemprestaties en z’n eigen alternatieve technieken 😉 maar met “een koprol achterover” of “een hele knappe duik-kunst” verdien je geen diploma. Daarvoor moet je (a) vanaf de kant in het diepe bad springen, (b) een ring van de bodem opduiken, en (c) een hele lange baan op je buik zwemmen.

Onderdeel (b) en (c) waren voor Boaz gelukkig geen probleem, dat kon hij al voordat ‘ie met zwemles begon. En het zwemmen op zich ging ook wel de goede kant op, maar hij moest even ervaren dat ‘ie dat lange lange eind écht zonder pauzes kon overbruggen. Het is natuurlijk veel makkelijker om na 5 meter aan de kant te gaan hangen en even naar een complimentje te vissen voordat je verder zwemt 😉 Uiteindelijk is het gelukt om het bad over te zwemmen. Ik zwom er als een heuse coach naast: “Ja, goed zo! Nog een klein stukje! Ja, je kunt het wel…! Hup, nog even doorgaan!”. Boaz was “helemaal uitgeput”, maar hij wilde tóch wel heel graag z’n diploma, en de badmeester had hem uitgelegd dat hij daarvoor toch echt het hele bad moest overzwemmen.

Dat is hier in Duitsland wel grappig geregeld. Je gaat naar zwemles om te leren zwemmen, maar je hebt geen zwemles nodig om een diploma te halen. Het is een beetje zoals autorijden: om het te leren neem je een lessenpakket, maar afrijden doe je bij een examinator. De “examinator” van een zwemdiploma kan je eigen zwemjuf of -meester zijn, maar dat hoeft niet. Je kunt ook gewoon een willekeurige gediplomeerde badmeester aanschieten met de vraag of hij even mee wil kijken. En als je dan aan de eisen voldoet, krijg je voor 4 euro een certificaat en een plaatje voor op je zwembroek! En vanaf dan mag je ook van de duikplank – een goede motivatie 🙂

Er zijn kinderen die helemaal geen zwemles nemen, maar het gewoon zelf leren van hun ouders. Dat is natuurlijk lekker voordelig, maar Johan en ik zijn niet zulke zwemfanaten… en het is praktisch niet te doen voor mij om Boaz te leren zwemmen als ik intussen op de twee dames moet letten. Dan moeten we dus altijd met z’n allen gaan óf Johan moet thuis zijn om op de dames te passen. Op die manier zou het wel eens erg lang kunnen duren voordat Boaz kon zwemmen – mede omdat zwemmen met mama toch ook altijd betekent dat je een paar kunstjes doet, een paar keer van de glijbaan gaat, enzovoorts. Dus wij hebben ‘m toch maar op les gedaan. En met wat extra oefenen op zaterdagmorgens is het dus gelukt!

De badmeester heeft meegekeken, Boaz heeft nog even “z’n laatste kracht” gebruikt, en hij heeft de baan nog een keer uitgezwommen. Toen nog even van de rand in het water springen en een ring opduiken, en de klus was geklaard! Straks naai ik het zeepaardjes-plaatje op z’n zwembroek, en dan kan hij vanmiddag bij z’n laatste zwemles laten zien dat het diploma al binnen is 🙂

Bliksem en storm

Net als in Nederland hebben we hier onstuimig weer (gehad). De verwachtingen waren zelfs dat er windstoten van meer dan 100 km/h zouden komen, en dus raadde de overheid dringend aan om de kinderen maandag thuis te houden van school en Kindergarten. Dat bericht kwam op het nippertje binnen, nadat we zelf juist hadden besloten dat ze wel konden gaan als Johan ze bracht. Hij was toch thuis, want de treinen reden niet.

Nét op tijd kregen de kinderen dus toch nog een vrije dag. Nou, toen brak de storm bínnen los 😉 Ze hadden al wel meegekregen dat sommige kinderen die verder weg wonen niet naar school zouden komen, en dan was het natuurlijk héél oneerlijk als zij wel zouden moeten gaan. Wat een geluk dat de overheid nu toch meer verstand aan de dag legde dan hun ouders, en besloot dat ook ons kroost beter thuis kon blijven. Een uurtje later was de wind bijna weg en scheen de zon, de vogeltjes floten dat het een lieve lust was en Boaz sprong met een zonnebril op op de trampoline. Het weer blijft onvoorspelbaar.

Afgelopen vrijdag was het nog veel gekker. Toen hadden we bliksem – in huis! De verlichting in onze gang was al een tijdje kapot en we hadden daarvoor al contact gehad met de huisbaas en het vaste klussenbedrijf, want het is een vrij ingewikkeld geschakeld systeem en de simpele oplossingen werkten niet. Vrijdag kwam er dan een elektriciën naar kijken. Veiligheid voor alles, met elektriciteit moet je niet zelf gaan knoeien als je er geen verstand van hebt.

De beste man schroefde de boel open en concludeerde dat er een klein soort zekering in het systeem zat die kapot zou kunnen zijn. Hij haalde snel een nieuwe uit het magazijn en bouwde die weer in. Ik zat intussen in de keuken achter m’n laptop te werken, maar ineens zag ik een felle flits vanuit de gang komen. Dat was toch zeker 6 meter verderop. Bovendien hoorde ik heel hard iets kapot vallen, en een beduusde stem mompelde iets als “sooooo hééééééé!”. Toen bleef het angstvallig stil. Vervolgens vroeg een dun stemmetje of ik even wilde komen kijken, want er was iets niet helemaal goed gegaan…

Eigenlijk bleek er vooral heel veel wél net goed gegaan te zijn, want terwijl de elektriciën op z’n trapje stond te schroeven waren 10 cm achter zijn hoofd de draden van een zwaar hanglampje doorgebrand, de lamp naar beneden gestort en vastgeschroeid in onze tapijtloper. Je moet er toch niet aan denken om zo’n zwaar ding op je hoofd te krijgen, of om zo’n gloeiend heet gevaarte in je capuchon te hebben liggen… De beste man was zelf ook nogal geschrokken, en hij had geen idee hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ik ook niet, natuurlijk. Maar ik ben nu extra blij dat ik niet zelf ben gaan sleutelen 😉 En we hebben de deal gesloten dat, mocht er weer een keer iets stuk gaan aan die lamp, hij het hele gevaarte komt slopen ipv repareren. Hij heeft geen zin om daar zijn vingers nog eens aan te branden, en daar kan ik me wel iets bij voorstellen.

Inmiddels hebben we buiten “normale harde wind” en binnen stilte na de storm. Iedereen is weer naar school en werk. Naast mij staat een pot narcisjes te bloeien, in de keuken komt een hyacint uit, en buiten trotseren de krokusjes de kou. Het voorjaar komt eraan 🙂

Na gedane arbeid… :)

Dat gevoel hebben wij momenteel. We hadden niet zo’n beste nacht omdat Judith niet helemaal fit was (overdag wel hoor, maar ’s nachts is ze dan ineens heel zielig), ik ben zelf snipverkouden, en vanmiddag was Hannahs kinderfeestje. We hoorden iemand zeggen dat dat “de zwaarste dag van het jaar” is – dan heb je verder misschien gewoon een luizenleventje, zó erg is het nou ook weer niet, maar het is wel even extra aanpoten. Zeker omdat de treinen vanuit Freiburg juist op het moment dat Johan ter assistentie naar huis zou komen, een storing kregen. De eerste anderhalf uur “feest” moest ik dus alleen doen met 11 kinderen. Dat is nog even extra aanpoten.

Maar het is allemaal goed gekomen. De oven bakte patat, en ik heb broodjes hamburger gemaakt die ze zelf mochten “versieren” met sla, tomaatjes, komkommer en saus. Daarna was het tijd voor ons escape-room spel. De handleiding daarvoor hadden we gekocht, daar stond precies uitgelegd welke raadsels wanneer opgelost moesten worden, en ook hoeveel blikjes, ballonnen, grabbeldozen, verstopte sleutels etc we nodig hadden. Dat was ideaal, dan kan je in een paar uurtjes echt iets leuks in elkaar draaien.

Het “verhaal” was dat de verjaardagstaart was gestolen en alleen teruggegeven zou worden als de kinderen het juiste codewoord zouden vinden. Dat was echter niet gemakkelijk, want voor elke letter moest hard worden nagedacht. Ze moesten bijvoorbeeld uitdokteren:

Een moeder heeft drie dochters. Elke dochter heeft een broer. Hoeveel kinderen heeft de vrouw?

Ze stonken er enthousiast in: “Zes natuurlijk!”. En dus gooiden ze het verkeerde blik om, en vonden daarmee een verkeerde letter. Een andere letter werd gevonden door een raadsel op te lossen waar 1, 2 of 3 uit moest komen, en de desbetreffende ballon lek te prikken. Een kistje kon opengemaakt worden met een sleutel die in een uitgehold boek verstopt zat. Ze moesten op een gegeven moment zelfs bellen met een “mede-dief” om met een codewoord een nieuwe letter los te peuteren. Dat was erg spannend, vooral omdat ze er niet helemaal achter konden komen of die “mede-dief” nou Hannahs papa was of toch… een echte dief?!? Wat dat betreft was het een voordeel dat Johan nog niet thuis was 🙂

Toen het spel bijna klaar was, kwam Johan gelukkig wel thuis. De kinderen kregen hun welverdiende stuk taart en daarna konden ze heerlijk met Johan het park in. Het was wel koud maar erg zonnig, en daarmee precies geschikt voor wat klassieke verjaardagsspelletjes als met-een-lepel-een-tennisbal-overbrengen, “moeras oversteken”, enzovoorts. En in het park kun je ook gewoon lekker even rennen en boompjeklimmen. Ideaal: ze konden zichzelf een poosje vermaken, Johan telde regelmatig of alle aapjes nog binnen zichtsafstand waren en ik had thuis tijd om de rommel op te ruimen en nog wat nieuwe dingen klaar te zetten.

Toen ze weer thuis waren, was het al vier uur geweest. En dus al bijna ophaaltijd, want om half vijf was het feest klaar. Natuurlijk loopt dat altijd wel iets uit, maar om vijf uur was de rust echt weergekeerd. Juut ging nog even lekker in bad om de moeheid weg te spoelen, iedereen kreeg een boterham in z’n maag (of een halfje, na alle calorieën van die middag), en verder doen we niks meer. Heerlijk.

De kinderen hebben ervan genoten, Hannah kan nog dagen vooruit met haar cadeautjes (ik verbaas me nog steeds over de hoeveelheid cadeaus die de kinderen hier meebrengen, veel meer dan ik me van NL herinner!) en wij zijn tevreden met ons prestatie 😉

Morgen mag Boaz een ochtendje wennen op school, met andere aankomende eersteklassers. Heel slim merkte hij op dat ‘ie dan óók zakgeld krijgt, want dat hoort zo als je naar school gaat. Wat een mazzel dat die proef-dag precies op zaterdag valt, als Hannah altijd haar zakgeld krijgt 🙂 Verder gaan we die dag waarschijnlijk weinig bijzonders uitvoeren. Een beetje uitpuffen, nagenieten en weekend vieren. “Na gedane arbeid” bevalt dat vast goed 😉

Noviomagus

We hadden er al vaak grapjes over gemaakt: van Nijmegen naar de Neumagen. Vier jaar lang heb ik heen en weer gependelt; van Ede naar Nijmegen en weer terug. En nu steek ik bij iedere wandeling naar het station of naar de kerk de Neumagen over: het kleine beekje dat vanuit het Zwarte Woud door het park naast ons huis naar de Rijn stroomt. Soms is het een kolkende beek, meestal een gezellig stroompje; en heel af en toe staat de bedding droog, als het erg warm is in de zomer.

Maar hebben die twee nu iets met elkaar te maken? Onlangs is er een nieuw informatiebord geplaatst naast de Neumagen, met verhalen over landschap, natuur en geschiedenis. En daar kwam ook de naam ter sprake. Die kwam van het latijnse Noviomagus, wat “nieuwe velden” of “nieuwe markt” betekent. En tussen neus en lippen door werd daarbij ook even verwezen naar het ons welbekende Nijmegen. Want ook die stad heeft een naam die afgeleid is van Ulpia Noviomagus Batavorum. Nu waren er vroeger heel wat Romeinse nederzettingen met Noviomagus in de naam. Zie bijvoorbeeld deze lijst op Wikipedia. Maar meestal is daar niets meer van terug te zien in de naam. Behalve dus bij Nijmegen en de Neumagen.