Rare Nederlanders; gekke Duitsers

Afgelopen weekend waren we op bezoek bij een echtpaar uit onze kerk. We kennen hen al lang; we komen ze vrijwel elke zondag tegen in de kerk, en bovendien geeft “hij” gitaarles en leidt “zij” de zondagsschool. Maar nu gingen we dan voor het eerst bekijken waar ze wonen en wat uitgebreider bijpraten.

Ze wonen dus in zo’n typisch Duits huis, een soort grote boerderij. Maar daarvan huren ze maar een stukje, vanaf de weg amper te zien. Het is lastig uit te leggen hoe zoiets in elkaar steekt: vanaf de weg denk je dat er aan de voorkant een woonhuis zit en daarachter alleen inpandige schuren met trekkers ofzo (voor de kenners: een grote baanderdeur), maar als je een tuinpaadje volgt kom je bij een achterdeur, dan een trap omhoog naar een halletje, dan rechtsaf naar een ander halletje, dan weer een trap en tadaa… je staat in hun woning. Met grote houten gebinten, een fantastisch uitzicht op de schapen en koeien van de buurman, en nóg een trap om naar de slaapkamers te gaan. Een huis met karakter, zullen we maar zeggen. Super leuk om een keer te zien; als buitenstaander heb je echt geen idee wat er allemaal schuil kan gaan in die grote Duitse huizen.

We gingen gezellig eten en water-met-bubbeltjes drinken – of sap, tot opluchting van ons kroost. Gelukkig zijn deze mensen trouwens niet zo snel van hun stuk gebracht als er ’s iets anders gaat dan ze gewend zijn of als de kinderen zich niet helemaal aan de etiquette houden. Ze hebben zelf vier “grote” kinderen en kunnen wel tegen een stootje. Dat scheelt peentjes zweten 🙂 En ze zeggen gewoon hard lachend: “Tsjonge, altijd als we bezoek hebben met jonge kinderen zijn we zó blij dat wij dat allemaal niet meer hebben!” Haha. Ze hebben ons zelf uitgenodigd, en ze kennen ons inmiddels voldoende om te weten wie ze in huis haalden. Kennelijk stoorde hen dat helemaal niet, en volgens mij vonden ze het heel gezellig.

En ze hebben nog Duplo, dat is ook altijd erg fijn.

Over en weer hebben we een beetje verteld waar we vandaan komen en hoe ons leventje er tot nu toe uitgezien heeft. We probeerden bijvoorbeeld uit te leggen dat heel veel Protestanten in Nederland hun baby’s laten dopen – wij ook. Dat leverde grote ogen op. In Duitsland is dat weliswaar ook gebruikelijk in de landskerk en bij de Rooms-Katholieken, maar niet bij de “echten” 😉 Wie het geloof werkelijk serieus neemt en op het juiste pad loopt, ziet vanzelfsprekend in dat je pas als volwassene gedoopt zou moeten worden. Dat mochten we dus even haarfijn uitleggen in ons beste Duits, want dat vonden ze wel interessant. En sowieso hoe kerkelijk Nederland in elkaar steekt, en uit wat voor soort gemeentes wij komen. Dat valt oprecht nog niet mee, omdat juist dit soort woorden zo sterk kunnen variëren qua betekenis. Neem ter vergelijking het Engelse “evangelical” en het Nederlandse “evangelisch”. Als aanduiding van een kerkelijke richting is dat volslagen verschillend. Als je zulke dingen eenmaal weet, houd je er rekening mee. Maar om dat aan te voelen en af te tasten… Dat is best complex. Ik hoop maar dat we de juiste nuances hebben gevonden. En anders komen ze zelf maar een keer kijken.

We hebben trouwens ook weer even gehoord welk beeld wij Nederlanders oproepen in Duitsland: qua ethiek zijn wij het uiterste afvoerputje. De bejaarden in de grensstreek verhuizen massaal naar Duitsland om hun leven te redden, want in Nederland word je zomaar geëuthanaseerd als je familie geen zin heeft om je nog te verzorgen. Ze wilden even van ons weten of dat helemaal klopt. Nou, het is wel bar en boos af en toe, maar zó zot gelukkig nog niet hoor! Wat helaas wel klopt is dat in Nederland de wetgeving rondom abortus soepeler is, en dat Duitse vrouwen dus het advies krijgen om naar Nederland te gaan als ze hun baby niet willen houden. Diep triest, en bepaald geen reclame voor ons kikkerlandje.

Iets anders dat ons telkens weer opvalt als we met Duitsers in gesprek zijn, is dat de taboes net iets anders liggen. Dit was nu al de derde keer dat mij ronduit werd gevraagd of we nog een vierde kindje zouden willen krijgen. Deze keer wel met een grapje, want “als jullie straks weer teruggaan naar Nederland, heb je toch wel een aandenken nodig aan ons mooie land” 😉 Maar ook in andere gesprekjes, gewoon in de hal van de kerk, zijn mensen daar benieuwd naar. Nou uuuhm sorry, dat vind ik een privé-onderwerp! Dat deel ik echt niet met iedereen, en zeker niet binnen 5 minuten. Maar kennelijk is dat een normale vraag. Net als dat een zwangere vrouw met Jan en alleman deelt of ze een jongetje of een meisje verwacht, en sommigen zelfs wat de naam wordt. Onze tandartsassistente hoopt bijvoorbeeld binnenkort oma te worden van een meisje met de naam Hannah. Niet dat wij die mensen verder kennen ofzo, maar dat wordt gewoon even meegedeeld. Waarschijnlijk zijn er ook wel Nederlanders die dat doen, maar volgens mij toch minder. Ik stond de eerste keer tenminste even met m’n mond vol tanden. Rare Duitsers.

Eén raar iets nemen onze kinderen maar al te graag over. Of misschien moet ik zeggen dat ze onze Nederlandse rariteit maar al te graag achter zich laten. Als we in Nederland bij iemand op bezoek gingen, kregen we meestal best iets lekkers bij de thee. Een stuk cake, of zelfs een punt taart. Mjummie. Maar het kwam echt niet in ons op om meteen daarna nog een tweede en een derde stuk achterover te slaan! Dat dóe je toch gewoon niet, of is dat onze persoonlijke afwijking?!? Hier wel hoor, ik had heel lief een grote plaattaart meegenomen en die werd ook zeker gewaardeerd. Maar daarnaast moet er dan minstens nog een soort taart geserveerd worden, én opgegeten. Dus je gaat gezellig aan de eettafel zitten en eet taart met slagroom en cake met slagroom en meloen en nog meer taart met slagroom tot je geen boe of bah meer kunt zeggen.
Nu is dat uiteraard niet zo’n probleem als je op bezoek bent, maar als gastvrouw heb ik daar ooit bijna een flater geslagen. Toen was er een gezin bij ons op bezoek, en had ik ook een plaattaart gemaakt met 2 keer zoveel stukken als dat er mensen waren. En omdat ik niet wist of alle kinderen die taart lustten, had ik er ook een schaal soesjes bij. Met het idee: dan hebben ze iets te kiezen! Maar zo werd het helemaal niet opgevat 🙂 De hele taart ging moeiteloos naar binnen, tussendoor ook alle soesjes, en toen kwam de heerlijk onbeschaamde vraag: “Was gibt’s noch?” Gelukkig lagen er nog een paar zakken chips in de kast. Onze kids keken stomverbaasd, maar waren zo wijs om geen bezwaar te maken. Die zijn zo cultureel sensitief, die voelen haarfijn aan dat je je aan sommige gewoonten het beste stilzwijgend aan kunt passen 🙂 🙂

Eén gedachte over “Rare Nederlanders; gekke Duitsers”

  1. Tjonge, dat is lachen! Goed geschreven weer. Ik kan me die culturele sensitiviteit van je kinderen heel goed voorstellen. Daar heb ik me hier in Japan ook aan aangepast, al doen de Japanners zelf niet zo overdadig als jullie gastland. Het is meer de cultuur van onze Amerikaanse vrienden denk ik.
    Wij hebben de gebruiken om het geslacht van het kind voor de geboorte bekend te maken, ook maar overgenomen. Het is eigenlijk heel handig, bijvoorbeeld als je familie van ver weg cadeautjes wil sturen, of als je vrienden een zak met babykleertjes hebben, maar niet weten of jij denkt daar wat aan te hebben.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *