Bijdehante tante

De kindjes liggen lekker in bed, de keuken is opgeruimd, en Johan en ik zitten gezellig op de bank. Tijd om weer ’s een blogpost te schrijven. Maar waarover?

Niet over Johan z’n werk, want de wiskundige vorderingen waar hij enthousiast over is zijn te lastig uit te leggen aan een niet volledig wiskundig publiek, en een verhaal over zijn huidige onderwijstaken zou te chagrijnig of cynisch van toon worden. Het begin van een nieuw semester brengt nu eenmaal héél veel bureaucratie en geregel met zich mee, en veel vragende of klagende studenten.

Ook niet over de vakantie van de kinderen, want dat rommelt nog gewoon een beetje door. Hannah heeft vandaag van haar één na laatste vakantiedag genoten – dat wordt zorgvuldig bijgehouden en vergeleken met andere kinderen die deze week alweer naar school moeten. Maar ze heeft ook wel weer zin om naar school te gaan. Ze wil graag nieuwe dingen leren, maar dan zonder huiswerk 😉 Boaz heeft nu een week vrij, en vertelt stoer dat de Kindergarten hélemaal níks aan is en dat ‘ie veel liever thuis blijft. Hij wordt op z’n wensen bediend dus.

Over mezelf schrijf ik ook niks. Ik moest vanmorgen naar de oogarts om uit te zoeken wat voor nieuwe bril ik precies nodig heb. Daar horen ook oogdruppels bij die je pupillen wijd open laten gaan. Zo wijd, dat je de rest van de dag alleen te voet op pad mag en niks kunt doen omdat je gewoon geen steek ziet. Dat was dus een lange dag, want ik was er al om kwart over acht. Blèh. (Eventuele typfouten komen dus ook omdat ik vandaag blind typ en niet goed zie wat ik doe)

Blijft over: onze bijdehante tante. Judith is een heerlijk kind, en een gigantische wijsneus. Zomaar een greep uit haar uitspraken van deze week:

  • Het waaide te hard naar mevrouws zin. Dus deed ze de achterdeur open, ging breeduit in de deuropening staan en sprak gedecideerd: “Ik wille nu STOP WINDEREN!” Ze keek nog even naar het effect van haar opdracht, maar toen er weinig veranderde ging ze maar binnen spelen.
  • Juut speelde doktertje. Ze moest even mijn oren controleren. Dat zag er niet goed uit! “Jij pijn oren, mama. Ik denk Boaz-Hannah hard (ge)schreeuwd!” Oeeeh, waar heeft ze die nou vandaan…
  • Vandaag vroeg ik of Judith al klaar was met haar bezigheden. Antwoordt ze heel wijs: “Ikke jou Duis praten mama: “NOCH NICHT!””
  • En natuurlijk de gebruikelijke fratsen dat ze zelf haar pyjama wel – niet – wel – echt helemaal niet aan wil doen, dat mama niet “moete (be)moeien” met de knoopjes van haar jurk en dat ze in bed absoluut nog een boekje moet “lezen” voordat ze gaat slapen. Dat doet Hannah tenslotte ook, en Joetie isse groooote meis. “Hè mama, goete-(i)dee?”

Een heel goed idee. Lekker slapen, wijsneus!

Rommeltje

Het is momenteel een rommeltje bij ons. Niet qua speelgoed of rondslingerende spullen, want er kwam gisteravond iemand eten. Het voordeel daarvan is – behalve de gezelligheid natuurlijk – dat het de dag erna nog redelijk netjes is in huis 🙂 De rommeligheid zit ‘m in onze dagbesteding.

Johan is naar z’n werk, en heeft meteen een drukke week. Dus ging hij gisteren al vroeg op pad, zelfs voordat de rest uit bed kwam. Op de terugweg nam hij een collega uit Engeland mee die bij ons bleef eten. Vandaag vertrok hij op de normale tijd, maar verwachten we ‘m pas laat in de avond terug.
Boaz gaat naar school, maar dinsdag had hij een bos-projectdag en moest hij dus al om 8 uur op school zijn. En morgen moet ‘ie even langs de arts voor een algemene check (wat in NL door de schoolarts zou gebeuren). Om 11 uur, dus dat combineert niet erg met de Kindergarten. Dagje vrij dan maar. Gisteren had ik een oudergesprek met zijn juf, dus was het ophalen ook alweer “anders dan anders”.
Hannah heeft deze week nog vakantie, en volgende week zelfs ook nog drie dagen. Heel gezellig, maar ook een onophoudelijke bron van gekwebbel en bruisende ideeën die absoluut nog dezelfde minuut om een reactie van mama vragen. Haar laatste vakantiedag is Boaz’ eerste vakantiedag, die heeft dan van woensdag t/m maandag vrij. Als mazzeltje heeft Johan die woensdag ook vrij, dan is het tenslotte de “dag van de arbeid” dus hoeft niemand te werken. En als Boaz bijna weer naar school gaat, vertrekt Johan voor drie dagen naar Berlijn.
Al met al genoeg rommeligheid om mijn dagen ook op z’n kop te zetten. En Judith is ook een beetje van de leg, die moet haar draai nog weer vinden na de gezelligheid in Nederland. Vandaag besloot ze al heel gedecideerd: “Mama, ikke auto. Ik wille baby Lara sorgen!”. Goed idee meiske, maar nu even niet…

Ook qua talen knarsen mijn hersens. Arme ik, ik word oud geloof ik. We hebben heerlijk Nederlands en “Stappust” gepraat en gehoord de afgelopen week, en hier praten ze natuurlijk ineens weer Duits. Dat is zelfs na zo korte tijd weer even wennen. Maar thuis spreken we gewoon Nederlands. Tussen de bedrijven door probeer ik nog wat te werken – wat met rondfladderende kinderen altijd wat extra energie kost – en dat is in het Engels. Ook onze gast gisteren sprak Engels, en meteen daarna ging ik naar gitaarles wat weer in het Duits is, maar uiteraard ook over akkoorden en noten gaat. Voor mij ook nog steeds een “taaltje” waar ik m’n aandacht bij moet houden. Eenmaal weer thuis was onze Engelse gast er nog, en daarna tolde mijn hoofd. Van teveel wisselingen in bezigheden en talen loopt mijn bovenkamer een beetje vast 😉

Volgens een leuk gezegde zorgt een opgeruimd huis voor een opgeruimd hoofd, maar ik geloof dat er nog iets aan toegevoegd moet worden. Voor een opgeruimd hoofd (waar ook nog iets zinnigs uit komt) moet niet alleen je huis enigszins aan kant zijn, maar ook je agenda een voorspelbaar en regelmatig ritme hebben. Dat ontbreekt hier momenteel een beetje.

De Regelmaat komt hopelijk na de vakanties weer, de Rust waarschijnlijk pas als de kinders het huis uit zijn, en de Reinheid… naja, die komt en gaat met vlagen 🙂 Gelukkig zijn de drie R’s niet meer zo belangrijk als vroeger, en mag er af en toe eentje vervangen worden door de R van Rommeltje. Of door de populaire (Engelse!) slogan “go with the flow”. Naja. Als het zonnetje schijnt, de vogeltjes fluiten en het kroost de tuin onveilig maakt is dat nog niet zo’n heel gek idee.

Dieren, tuin en dierentuin

Woensdag was Boaz jarig. Onze dappere ridder-brandweerman is alweer vijf jaar! Dat hebben we uitgebreid gevierd met allerlei familieleden in Staphorst en Lelystad. Zelfs met overgrootouders, dat is toch best bijzonder. Hij is natuurlijk weer goed verwend met allemaal cadeautjes. Zo slaapt hij tegenwoordig in een heuse ridder-pyjama, heeft hij weer voldoende voorraad aan prik-, kleur-, lees- en puzzelboeken en kan hij lekker puzzelen met een nieuwe 100-stukjes-puzzel. Die nemen we allemaal mee naar huis, daar kan hij de komende weken heerlijk mee aan de slag.

Maar één cadeau kon niet mee, dat hebben we meteen opgebruikt. Het was dan ook niet iets tastbaars, maar een “belevenis” (meteen een nieuw woord geleerd…). Met opa Geurt en oma Paula gingen we naar de dierentuin in Amersfoort. Mét een ijsje van oma Marijke, én een ritje in de draaimolen, én een ritje met de Berenboemel. Het kon niet op. Onze kerel heeft ervan genoten, en z’n zusjes natuurlijk ook. Olifanten, giraffes, flamingo’s… allemaal dieren die zelfs Judith al prima kan benoemen, maar die we niet dagelijks in het echt tegenkomen.

Nu zijn we nog een paar dagen in Lelystad, en genieten ze van dieren en de tuin. Boaz heeft een bakje met dode torretjes, een dode bij en dode lieveheersbeestjes (hmmm… dat nemen we maar niet mee naar huis 😉 ) Voor de gelegenheid is er een tijdelijke zandbak gecreëerd, en Hannah bouwt een hut met stenen die ze vond. Johan zit te discussiëren in de tuin, en we vermaken ons prima. Het is dan ook heerlijk weer, dat bevalt beter dan de sneeuw en hagel waarmee Nederland ons begroette! Met blote voeten over het gazon lopen en zonder jas in de tuin spelen. In het zonnetje zitten met een kop thee en luisteren naar de vogeltjes terwijl de kinders zichzelf vermaken of vermaakt worden. Ultiem genieten 🙂

Naar Nelelan

Duitse scholen hebben sinds vrijdag paasvakantie, en Johan kon nog net en paar dagen vrij krijgen voor het nieuwe onderwijsseizoen volgende week dinsdag begint. Dus hebben we de kans waargenomen om naar “Nelelan” te gaan! Vrijdag op zaterdagnacht om 3 uur zijn we vertrokken en we hebben een record-tijd neergezet. In 6 uur en 10 minuten waren we in Staphorst.

Dat is het grote voordeel aan ’s nachts rijden: bijna niemand anders is zo dwaas om z’n nachtrust op te offeren, dus het is lekker rustig op de weg. Zelfs bij wegwerkzaamheden is er geen echte file. En tot een uur of half 7 is het “nacht”, dus moet het stil zijn in de auto. Het liefst hebben we natuurlijk dat de kinderen slapen, maar in ieder geval moeten ze doen alsof 😉 Dat scheelt verveling, ruzie en pauzes vergeleken met ’s middags rijden.

We zijn nu een goede week in Nederland, en eigenlijk is dat nog steeds te kort om alle mensen op te zoeken die we graag zouden willen spreken. Mede omdat iedereen verspreid woont over het halve land, en het met onze kinderen niet te doen is om elke dag een paar uur in de auto te zitten. Maar zo zien we in ieder geval meer mensen dan thuis 🙂 En het is fantastisch dat we “gewoon” kunnen logeren bij de opa’s en oma. Dat is niet alleen heel praktisch, maar zo kunnen we ook al bij het ontbijt beginnen met bijpraten en houden we pas op als we in bed kruipen. Want tjah, wij hebben dan wel vakantie, de meeste andere mensen moeten overdag gewoon werken.

Gelukkig is het weer een beetje zonnig vandaag. Toen we net in Nederland waren, werden we begroet door sneeuw en hagel! Daar hadden we niet helemaal op gerekend, en de mutsen en handschoenen zijn thuis achtergebleven. Maar goed, we hoefden ook niet per se veel naar buiten en opa’s houtkachel kreeg de boel wel warm. En Hannah heeft het Euro-Zakgeldspel op de vliering gevonden, dus die bedelt de hele dag om een spelletje. Dat is ook fijn aan logeren; als papa en mama dan genoeg hebben van al dat zakgeld vraagt ze gewoon iemand anders om mee te spelen 😉 Hebben papa en mama ook vakantie :))

Een beest

Het beestjesseizoen is weer geopend. Natuurlijk kruipt er in de winter ook wel ’s een enkel beestje rond, maar in het voorjaar zijn het er aanmerkelijk meer. En dat ontgaat vooral Judith niet. Aan de ene kant is ze wel gefascineerd door dieren, maar vooral dat kleine grut dat zowel kan vliegen als kruipen vindt ze nog griezelig. Die zijn te onvoorspelbaar denk ik, en te klein om vanuit haar ooghoek in de gaten te houden als ze een puzzel maakt of met de duplo speelt. Dus als er zo’n beestje wordt opgemerkt, rust ze niet tot die het huis uit is gejaagd. Ze komt zelf al ijverig met een papiertje aan zodat ik ‘m zó op kan scheppen, maar dan gaat ze op een veilig afstandje staan kijken. Om vervolgens nog wel even te controleren dat (a) het “bees” echt weg is, en (b) het “bees” ook daadwerkelijk terug te zien is in de plantenbak of op het balkon.

Daarin is dochterlief overigens niet de enige. Vandaag bij gym had een wants het gewaagd om ook mee te willen doen. Dus er liep een “bees” van anderhalve centimeter in een gymzaal waar normaalgesproken een klas vol pubers voetbalt. Ruimte genoeg om er langs heen te lopen zou ik denken. Maar nee, zodra het beestje was gesignaleerd kwam er een hele groep peuters omheen staan met onverbiddelijk priemende vingertjes. Het beest moest weg. Wat de juf zei over een lief beestje dat vast ook mee wilde gymmen, was aan dovemansoren gericht. Het vonnis was geveld; het beest moest echt weg. Toen de juf ‘m vervolgens zomaar met haar blote handen vastpakte en naar buiten bracht, was ze de held van de dag – maar dat is ze toch al met haar liedjes en grapjes. 😉

Vorige week heeft zo’n beestje ons trouwens bijna een internetkabel gekost. Ditmaal was het een miniem spinnetje, en kennelijk durfde Judith die wel zelf te lijf te gaan. Het diertje zat alleen boven haar ledikantje, dus ze kon er niet bij. De oplossing: bed aan de kant! Maar daarbij trok ze dus de internetkabel uit de muur, en de stekker in drie stukken. Zelf stapte ze daar nonchalant overheen, maar ik vond het niet grappig. Ik was juist zo trots dat ik die aansluiting had gerepareerd toen ‘ie een aantal dagen eerder ook al kapot was… Gelukkig was Johan ’s avonds thuis, en met vereende handen en een rol plakband hebben we het internet weer aan de praat gekregen. En Judith op het hart gebonden dat ze niet meer met haar bed mag slepen om een “bees” te vangen.

Gelukkig blijft het aantal beestjes bij ons thuis en op het balkon nog binnen de perken. Onderweg op de stoep zijn er al meer, en soms is ook dat een probleem. En vanmiddag klonk er een zielig gehuil op uit de tuin, waar even daarvoor nog een schattig liedje klonk. Er zat een zielig hoopje op een skippybal tegen de boomstam gedrukt te snikken. Wat er aan de hand was? Nou, er vloog zomaar een bij langs! Grote grutten, dat is ook wel iets om bang van te worden… Ik heb een prachtig verhaal verteld over hoe de bij lekker ging drinken bij de bloemen en daardoor weer heerlijke honing kon maken. Dat maakte het een klein beetje goed geloof ik, maar een bij blijft toch een “bees”.

Als ik Johan zo hoor, is zijn kantoor inmiddels een halve dierentuin. Allemaal beestjes die waarschijnlijk vanaf het dakterras binnenkomen op zoek naar een behaaglijk plekje en wat inspirerend gezelschap. Het schijnt inmiddels een beetje een plaag te zijn, omdat die beestjes normaal gesproken wat zuidelijker voorkomen maar door de warme zomer van afgelopen jaar ook hier terecht zijn gekomen. En kennelijk lusten de vogels hier ze niet ofzo, en zijn het er daarom zoveel. Gelukkig is Johan een stuk nuchterder dan Judith, maar irritant is het soms wel. We hopen maar dat de sneeuw (!) van afgelopen week de beestjes schrik aan heeft gejaagd. En dat ze hun toevlucht dan niet nemen in een warm kantoortje, maar in de zuidelijke contreien waar ze vandaan komen. Ieder z’n plek zullen we maar zeggen 😉

Geluid

De afgelopen weken is er hard gewerkt in onze straat. De gas- en waterleidingen zijn deels vervangen, dus moest er flink worden gegraven. Het is af en toe een avontuur om thuis te komen, en volgende week gaat de boel zelfs helemaal dicht omdat er een nieuwe laag asfalt gelegd wordt. Maar dan hebben we hopelijk ook weer een super strakke straat – bijna jammer dat je van al die nieuwe leidingen niks terugziet 😉

Judith heeft regelmatig achter het raam staan kijken naar de “wek-mannen” met hun grote machines. Maar ook als we gewoon met iets anders bezig zijn, klinkt het regelmatig: “Isse dat [ge]luid, mama?” Tjah, ik weet het ook niet altijd precies. We horen shovels rijden, we horen van die grote asfalt-verkruimelaars voorbij tokkeren, er worden stenen geslepen en er wordt regelmatig getoeterd door de af en aan rijdende vrachtauto’s. Een heleboel geluid dus.

Ook onderweg is Juut altijd heel geïnteresseerd in geluiden. En inderdaad, als je erop let kan je vanalles horen. Vogeltjes die fluiten, huilende kindjes, drilboren op de bouwplaats, een kettingzaag vanachter een schutting… het is alleen af en toe lastig om te begrijpen welk geluid ze precies bedoelt als ik vijf dingen tegelijk hoor (of als ik niks hoor, want afgelopen week zat mijn rechteroor dicht, heel irritant). Dus dan probeer ik maar wat:
“Ik hoor een zaag”
“Neehee, an’re luid”
“Hoor je de trein rijden?”
“Nee, is niet trein!”
“Wat hoor je dan? Een vogeltje?”
“Nee, hoore water!”
Tjah, dat kan ook nog. Het riviertje maakt elke dag een ander geluid, al naar gelang de hoeveelheid water die er doorheen stroomt. Al had de vogel ook goed gekund, gezien de enorme hoeveelheid kraaien die momenteel weer nesten bouwen. Met een mengeling van plezier en irritatie probeert Judith ze dan weg te jagen als ze voorop de fiets zit: zwaaiend met haar armen, hupsend in haar stoeltje: “KRAAAA! KRAAAA!” Maar de kraaien zijn wel wat gewend van hun soortgenoten, die kijken niet op of om.

Het favoriete geluid is de pauw. Die loopt los bij één van de klinieken in de buurt van Hannahs school. Maar hij is een beetje flauw, want soms schreeuwt hij heel hard maar verstopt hij zich achter de gebouwen. Dus dan zoeken en zoeken en zoeken wij, maar hij laat zich niet zien…
Een minder favoriet geluid is de stofzuiger, of de naaimachine. Dan wil ik ijverig aan de slag maar klinkt het vermanend: “Nee mama, stoppe stofzuige, ik wille niet horen!” En natuurlijk heeft ze wel alternatieven klaar: lekker voorlezen bijvoorbeeld. Van “Janke” en Jip. Of uit één van de boeken met zoekplaten die we uit de bieb hebben geleend. Als ik dan toch volhoud dat ik even aan het werk moet, pakt ze zelf een boekje. Vanmorgen had ze er weer zo eentje die dierengeluidjes maakt. Dus keek die kleine schelm me stralend aan en zei: “Hore mama, isse mooie luid?” En uiteraard uiteraard koos ze keer op keer de pauw. Het geluid is super natuurgetrouw, en dus superirritant geschreeuw 😉 Die boef, ze weet natuurlijk precies dat dat niet mijn favoriet is. Het enige voordeel voor mij is dat de batterij langzamerhand wat aan kracht inboet. Dus schreeuwt de pauw steeds een beetje zachter… “Ik denk dat de pauw een beetje moe is. Laat hem maar even uitrusten.”

Jubileum en een nieuwe tijd

Afgelopen weekend was het een jaar geleden dat wij verhuisd zijn. Iedereen hier is zo ontzettend blij met onze komst dat bijna alle buren zaterdagmiddag langskwamen en de gemeente zondag trakteerde op een gezamenlijke maaltijd.

Dat is natuurlijk niet helemaal waar, maar wel bijna. De gemeentemaaltijd was niet ter onzer ere gepland maar omdat er een zendingsechtpaar dat uit onze gemeente komt en in Mexico woont, nu hier was om een voordracht te geven over hun leven en werk. Om dat meteen na kerktijd te doen is natuurlijk wel heel veel gevraagd van ieders zitvlees en concentratie, dus nam iedereen een gerecht mee om dat eerst gezellig samen op te eten en daarna met frisse aandacht te kunnen luisteren naar de presentatie.

De ontmoeting met de buren was ons eigen idee. We wonen hier nu dus al een jaar, maar kenden nog steeds niet alle mensen uit ons huis. Dat is ook niet zo heel erg gek, want na onze komst zijn er al vier woningen van bewoners gewisseld. We vermoedden zomaar dat al die nieuwe mensen elkaar ook niet zouden kennen, dus hebben we iedereen uitgenodigd om bij ons op de koffie te komen en met elkaar kennis te maken. Dat is best goed gelukt. Eén vrouw meldde zich af omdat ze moest werken en uit drie woningen hebben we geen reactie gehad, maar dan nog waren er zes mensen die wel kwamen. Omdat het heerlijk weer was zaten we buiten, en dat paste precies. (Alleen jammer van ons prachtig gepoetste huis – daar genieten we nu zelf maar van).

Het was best leuk om elkaars verhalen een beetje te horen, en ook wat meer te weten te komen over onze buurt. Zo hoorden we dat we hier met z’n allen illegaal wonen, omdat het gemeentelijke bestemmingsplan aan onze kant van de straat alleen tijdelijke verhuur toestaat. Dus hotels en appartementenverhuur, maar geen woningen. Altijd fijn om te weten… Dat verklaart wel meteen waarom verderop in de straat een paar oude hotels leeg staan te verkommeren, terwijl de woningnood onverminderd hoog is. En misschien is dit ook de reden dat er nog steeds netjes “Hotel Siller” op de gevel van ons huis staat… Nou ja, wij hebben ook wel zo regelmatig logés dat we gerust voor een hotel kunnen doorgaan.

Een ander geliefd gespreksonderwerp was de tijdsomschakeling. Wellicht weten jullie nog dat er het afgelopen jaar heel wat afgediscussieerd is over de zomer- en wintertijd in de EU. Nu heeft men het plan opgevat om in de omgeving van Straatsburg, en dus ook hier in Baden-Württemberg, proef te draaien met een nieuwe vorm van tijdsverandering. We gaan niet in één weekend een heel uur vooruit, maar vier weken achtereen telkens een kwartier. Jipperdepip… Het is vast beter voor het bioritme enzo, maar heel praktisch is het niet. Gelukkig waren we allemaal keurig op tijd in de kerk en vandaag op school, en ook de treinen hadden zich kennelijk moeiteloos aangepast. So far so good… maar wat mij betreft blijft het bij een experiment en schaffen ze die tijdswisseling helemaal af. Dat is nóg beter voor een ongestoorde nachtrust en een goed humeur 🙂