Dat zei ik vanmorgen op de vraag hoe “het leven in Bad Krozingen” is. Maar eigenlijk is dat helemaal niet waar. Het “goed” klopt wel gelukkig, we zijn allemaal weer redelijk fit en lekker aan de slag op school, werk en thuis. Maar “saai” is vooral een chagrijnige interpretatie. Daarom even een paar gewone, saaie en toch bijzondere dingetjes die vanmorgen vóór 9 uur al zijn gepasseerd:
Judith vindt dat ze groot wordt en naar de wc wil gaan. Dat is natuurlijk een prestatie die wij ook graag zien, maar voor het proces er naartoe moet ik nog even wat moed verzamelen 😉 Vanmorgen was het alweer zover: mevrouw had een schone luier gehad en haar maillot (ofwel jojo-sok) aan en ineens was ze verdwenen. Dan weten we het inmiddels: wc-alarm! En ja hoor, daar stond ons dametje in haar blote gat, de net nieuwe pamper maar vast weggegooid en verwoed bezig om ook haar luierhemdje nog uit te trekken. “Joetie ceee!” Dat ze het op die manier koud krijgt merkt ze pas na verloop van tijd, dat papa en mama zo bezig blíjven met nieuwe pampers kopen interesseert haar natuurlijk niet zo, en dat het af en toe behoorlijk vermoeiend is dat ze keer op keer haar kleren aan en uit en aan en dan weer uit en dan heel graag ándere weer aan wil… naja, dat is een chagrijnige interpretatie van een uitermate boeiende bezigheid.
Na verloop van tijd en de nodige aanmaningen en schiet-s-op-jes en ssssst-jongens was het tijd om naar school te gaan. Dan is het tegenwoordig kiezen: of ik ga lopend met Judith in de boeggie, of ik ga op de fiets met een krijsend spartelend feeksje voorop en dus nagekeken door ieder die zich in de wijde omtrek buiten bevindt. Want mevrouw heeft besloten dat een fietshelm stom is. En ik heb besloten dat ze ‘m toch gewoon op doet.
Nu hebben we dus een conflict, en daar legt Judith zich niet zo snel bij neer. Dat is meteen het nadeel van dicht bij school wonen: als we daar aankomen is ze nog niet klaar met gillen, en dus weten ook alle schoolkinderen wat voor een vreselijk akelige moeder ik ben 🙂
Bij school aangekomen was Hannah in een filosofische bui en wilde ze graag uitzoeken waar al die vogels in de bomen nu eigenlijk hun nestjes hebben. Dat kun je tenslotte goed zien nu er niet zoveel blaadjes meer aan de bomen zitten. Boaz deed ook ijverig mee, en probeerde een “verdwaalde” vogel de weg naar huis te wijzen: “Guck mal, Vogel, wir haben ein Nest für dich gefunden!” Toen de vogel niet reageerde vroeg hij een beetje confuus: “Mama, welke mensentaal verstaan de vogels hier eigenlijk?”
Bij de Kindergarten aangekomen zag hij een jongen met een mooi stuk speelgoed. Dat moest ik maar vast op zijn verlanglijstje zetten, want dat wil hij ook graag. En hij had meteen nog iets bedacht: een houten kroon, want die is heel stoer en sterk. Na even stilte kwam er achteraan: “Die is zeker ook heel duur hè? Nou, een gouden kroon mag ook hoor.”
Wat een schatjes hè, dat kroost van ons. En toen was het nog maar negen uur, dus er ligt nog een dag voor ons. We zijn benieuwd wat we nog weer beleven met z’n allen!