Hoofdstuk “auto” is afgesloten!

We hebben één van de laatste administratieve hoofdpijndossiers hier afgerond: we rijden sinds gisteren in een auto die aan alle Duitse regels voldoet. Dat heuglijke feit hebben we gevierd met taart.

Omdat onze eigen Nederlandse auto al wat ouder was en naar verwachting de komende jaren flink wat onderhoud nodig had om te blijven rijden, hebben we die maar achtergelaten bij de verhuizing. Gelukkig had papa Troost nog wel een auto “over” die we konden lenen en eventueel zelfs houden. Maar goed, dat was natuurlijk een Nederlandse auto met Nederlandse kentekenplaten, een Nederlandse eigenaar en een Nederlandse verzekering. Dan is het best een puzzel hoe je dat allemaal in de juiste volgorde omzet naar de Duitse variant, want je kunt natuurlijk geen Nederlandse verzekering hebben als de eigenaar in Duitsland woont, maar omgekeerd gaat ook niet. En een verzekering is gekoppeld aan je kenteken, maar een nieuw kenteken kan je pas aanvragen als je zelf de eigenaar bent en ook een verzekering hebt. Enzovoorts. Eigenlijk moeten alle administratieve dingen met één vingerknip gelijktijdig worden omgezet, maar helaas… dat lukt in de praktijk natuurlijk niet. Uiteindelijk hebben we het als volgt gedaan – een stappenplan voor wie zelf ook een auto wil invoeren:

  • Voor beperkte tijd mochten we de auto gebruiken terwijl alles nog op papa’s naam stond. Dat kan natuurlijk alleen als je elkaar goed kent, anders krijg je een enorme rompslomp met een tijdelijk kenteken of transport per trailer ofzo.
  • Voordat je ergens in Duitsland aanklopt, heb je papieren nodig. Een COC-verklaring is erg handig; heb je die niet dan wordt je auto helemaal binnenstebuiten gekeerd en “vinden ze altijd wel wat”, hebben we gehoord. Ze willen natuurlijk geen gammele auto’s op de Duitse wegen, dus alles zonder internationale papieren wordt met argwaan bekeken. We hadden mazzel en konden vanuit Nederland zo’n verklaring opvragen, in het Duits zelfs.
  • Een belangrijke eis is dat importauto’s voldoen aan de keuringseisen van de TÜV. Die zijn min of meer berucht vanwege hun strengheid. Gelukkig hebben we een keuringsstation in Bad Krozingen, dus daar heb ik maar een afspraak gemaakt en alle papieren ingeleverd. Na wat zoeken en mompelen kwam de monteur eruit en kon de auto gekeurd worden. En kregen we zelfs nog dezelfde week een afspraak, hoewel het eigenlijk vol was. Nou, we voelden ons vereerd 🙂 De auto zelf was gelukkig in één keer goed! Helaas waren we daarmee niet klaar, want ze testen ook de samenstelling van je uitlaatgassen. En daar zat teveel CO in. De monteur verwees me door naar de Peugeot-garage een straat verder, en mompelde zachtjes iets over “zorg dat je motor goed warm is”. Dat ging bij deze keuring natuurlijk niet, want als je je auto aflevert om ‘m een paar uur later weer op te halen, dan is je motor onderhand wel afgekoeld. Maar we hielden de tip in ons achterhoofd.
  • Het Pinksterweekend waren we in Nederland, dus toen hebben we met papa een officieel koopcontract ingevuld. En we hadden een waardebepaling nodig, die kon Stapel gelukkig leveren. Weer wat papieren gescoord!
  • Eenmaal terug gingen we maar naar de Peugeot-garage. Ik heb ze het probleem uitgelegd, werd wat meewarig aangekeken en kon de volgende dag m’n auto brengen. Weer een dag later kon ik ‘m ophalen, en één keer raden: er was volgens hen niks mis mee. Dat is dan fijn – als de TÜV het er ook mee eens is tenminste! Ik had er niet veel vertrouwen in eerlijk gezegd, maar mocht wel 46 euro betalen voor hun test. Volgens de eigenaar van die toko had hij gewoon even heel goed gas gegeven zodat de motor flink heet werd, en dan was het in orde. Heel leuk, maar dat doen ze bij de TÜV dus niet.
  • Thuis konden we nog allerlei papieren regelen, voor de verzekering enzo. Die hadden we dus alvast op zak.
  • Een paar dagen later had de TÜV een plekje voor een herkeuring. Vol goede moed (ahum) reed ik die kant maar weer op. Met een extra bochtje richting snelweg, om in ieder geval niet met een te koude motor aan het feest te beginnen. Als je even googelt op tips hiervoor, kom je de meest fantastische adviezen tegen, maar ik heb het maar gehouden bij “even goed gas geven en niet te snel doorschakelen”. Enfin, dat was allemaal voor niks, want toen ik eenmaal aan de balie stond, het keuringsrapport van de Peugeot-dealer liet zien én twee lieve schattige kindjes bij me had, vonden ze het kennelijk wel mooi genoeg geweest en kreeg ik zónder de vereiste herkeuring een prachtige stempel. Ik hoop maar dat die man er geen gedoe mee krijgt… maar wij waren erg blij. Als dit in een bananenrepubliek gebeurde zou je sterk aan steekpenningen of belangenverstrengeling gaan denken, maar hier kweken ze vooral aardbeien dus dan speelt dat uiteraard niet.
  • Goed, na een rondedansje was het tijd voor de volgende stap: een afspraak maken bij Zulassung. Dat is het administratiekantoor van de deelstaat die van alles rondom auto’s en kentekens regelt. Een dagje later was er plek, dus daar ging ik weer met drie kinders en een hele stapel papieren. Het was een ware beproeving. Eerst al het parkeren, want de parkeergarage was enkele maanden dicht vanwege onderhoud. Dat betekent dus speuren naar een plekje in hartje Freiburg. Het is gelukt, en net op tijd kwamen we hijgend binnenrollen. We konden alle wachtenden voorbijlopen die niet zo slim waren geweest om vooraf een afspraak te maken, gna gna, en waren dus meteen aan de beurt. Voor 15 minuten, langere afspraken hebben ze niet. Dan kom je gewoon maar weer terug, is het beleid. Maar zelfs 15 minuten is al een hele tijd als iedereen ongeveer fluistert en serieus bezig is, maar jouw kinderen uiteraard weer veel volume weten te produceren en eigenlijk liever rondjes zouden rennen. Man man man, ik heb peentjes gezweten om ze in bedwang te houden en ondertussen die papierwinkel voor elkaar te krijgen. Maar ik was niet de enige die zat te zweten, de dame achter de balie vond het ook maar een ingewikkeld gedoe. Er moest nog een extra papier ingevuld worden, een andere verklaring moest opnieuw aangevraagd omdat die meer dan vier weken oud was, en sowieso zijn Nederlandse papieren natuurlijk weer anders dan Duitse. Het was een heel gezoek, en zelfs met z’n drieën kwamen ze er niet uit. Volgens hen kunnen ze alle landen aan qua import, maar geeft Nederland altijd moeilijkheden. Sorry sorry sorry… wij zijn dus niet de enigen die af en toe hoofdpijn kregen. Uiteindelijk heeft een hogere pief het allemaal maar goedgekeurd geloof ik, en toen was het snel geregeld. Ze vonden het zelf ook wel mooi geweest met die drie Nederlandse kinderen in hun kantoor, die wilden ze met liefde weer kwijt.
  • Met een briefje met ons nieuwe kenteken erop konden we de straat oversteken om naar een nummerborden-winkeltje te gaan. Die zitten daar heel tactisch, vijf stappen bij de Landratsamt vandaan. Ideaal, in vijf minuten heb je je platen in handen. Vervolgens hebben we nog maar een paar rondjes gerend om wat energie kwijt te raken, want de balie-mevrouw van de Zulassung had me op het hart gebonden om vooral ruim de tijd te nemen en daarna pas terug te komen, dan kon ze onze aanvraag zo ver mogelijk afmaken voor ik terugkwam met m’n drie wervelwinden. Zo gezegd zo gedaan!
  • Met de kentekenplaten in handen konden we ons weer melden, gelukkig bij dezelfde balie. Ze werkten daar echt heel fijn mee om ons zo snel mogelijk de deur uit te kunnen sturen. Nog een paar handtekeningen en kopieën en tadaaa… we waren klaar! De afspraak van 15 minuten was inmiddels over de 75 minuten heen, maar ze hebben alles in één keer voor ons weten te regelen. Heerlijk!
  • Ik kreeg de kentekenplaten niet zelf op de auto, dus ik ben maar met de oude naar huis gereden. ’s Middags weer even langs onze oude vriend de Peugeot-garage, en nu ziet onze auto er uit als een echte Duitser. Rijden maar!

Waterpret!

Met water kan ons kroost zich kostelijk vermaken. En speelwater is er hier in de omgeving gelukkig genoeg! Eén van onze drie “vaste” speeltuintjes op loopafstand heeft een waterpomp met een soort rots- en zandpartij eronder, zodat ze heerlijk bezig kunnen met pompen, sloten graven en dammen bouwen. En in de wijdere omgeving zijn er nog meer, zoals jullie op de foto’s kunnen zien. Hannah en Boaz hebben vaak hele plannen, en zijn zo een half uur druk om alles in goede banen te leiden. Judith graaft her en der een schep modder weg of gooit de net gegraven kanalen weer dicht, of ze gaat heerlijk midden in een modderplas zitten spelen. Bij ons thuis heette dat “lekker smeren”, en je wordt er inderdaad ook vreselijk smerig van. Tegenwoordig noemen we dat geloof ik “de natuur ervaren” of “puur bezig zijn” ofzo, en dan hoort een beetje modder er gewoon bij.

   

Gelukkig vinden onze kinderen het heerlijk om thuis in bad te gaan, zelfs na een middag pompen en ploeteren. Dat is ook de enige manier om ze weer een beetje toonbaar te krijgen. We hebben helaas geen vast bad, dus hebben we ons Biba-bad meeverhuisd. Best een handig ding, alleen moet ‘ie altijd zo lang drogen achteraf… Daarom gebruiken we nu meestal een paar grote flexibele wasmanden – die heb ik omgedoopt tot “tobbe” en ze voldoen uitstekend. Precies groot genoeg voor Judith mét 13 eendjes, twee bekertjes en nog wat ander speelgoed. Zo hoeft ze ook nooit te zoeken, alles drijft binnen handbereik. En ook Boaz past er nog helemaal in, zeker als hij z’n voeten over de rand steekt. Dan zie je dus een paar zwarte tenen en een hoofd vol zand boven het sop uitsteken. Dan is toch het grootste deel schoon, nietwaar?

Vanmiddag hadden we nog een ander soort waterplezier. Om Hannahs zwemvaardigheden nog enigszins op peil te houden, gaan we regelmatig naar het zwembad. Met een peuter en een dreumes erbij is dat dus meteen een gezinsuitje, want dat lukt me niet alleen. Boaz en Judith vinden het heerlijk om te spetteren en te drijven, en vandaag was ook het buitenbad open met een grote ligweide, glijbanen, wat speeltoestellen en… een waterpomp met kanaaltjes en toestanden erbij! Ze hebben ervan genoten.

Reddingsactie voor baby meerkoet

Hannah en Boaz hebben een groot hart voor zieke en zielige dieren. Een paar weken geleden ging er een heel mooi lief vogeltje zomaar dood in onze tuin. Eerst waggelde hij nog een beetje rond, daarna zocht hij een plekje onder de boom om lekker uit te rusten en weer beter te worden – hoopten we. Helaas was hij even later toch dood. Tranen met tuiten bij Boaz… Ik snap het ook wel, het is ook serieus een sneu gezicht, zo’n dood vogeltje. Ik heb Boaz z’n verzoek gehonoreerd om het vogeltje de tijd te geven om weer levend te worden als hij dat wou, maar ’s avonds hebben Johan, Hannah en Boaz hem toch maar begraven in de tuin. We vonden het niet echt geslaagd als Boaz er nog elke dag met z’n neus bovenop ging staan…

Vrijdag lag er alweer een dood vogeltje, nu bij de voordeur. Die hebben we ook maar meteen begraven.

En toen gingen we naar Lelystad, en waren Hannah en Boaz aan de wandel met opa Geurt. In het kanaal dreef een klein meerkoetje, een paar honderd meter stroomafwaarts van het nest. Dat nest zat bovendien een halve meter boven de waterspiegel – dat gaat zo’n beestje natuurlijk niet redden. Volgens opa Geurt is er elk jaar een nest van vermoedelijk dezelfde domme moeder-meerkoet. Maar ja, daar kan zo’n zielig piepend pluizebolletje ook niks aan doen, en ons kroost was diep bewogen met zijn lot. Laat Hannah nu net een schepnet bij zich hebben, dus ze hebben het beestje opgevist en mee naar huis genomen.

“Kijk mama, we hebben een baby-meerkoet gered!” Ehm… Wat fijn, wat lief van jullie! Maar wat moet er nu mee gebeuren dan?” Daar was nog geen plan voor, en het eten stond klaar. Het meerkoetje werd dus liefdevol neergevleid op een zacht stukje gras met een beetje zon maar ook wat schaduw, en achter een tempex schotje als windscherm. Het beestje zag er hongerig uit volgens Hannah, en hij wou naar z’n mama, en hij moest in het water anders ging hij dood, en z’n haartjes konden niet tegen de zon, en hij was bang, en en en… Weer tranen met tuiten, en het kostte heel wat overredingskracht om de dappere dierenredder ervan te overtuigen dat ze eerst moest eten om sterk te worden en een goed plan te maken. Ze heeft deels naast het meerkoetje zitten picknicken, dan kon ze hem in de gaten houden en zo nodig een liedje voor ‘m zingen.

Eindelijk was het dan zo ver: mama haalde een opblaasboot en een paar pompen van de vliering, oma Paula vond nog een paar tempex platen om evt een trappetje van te maken om herhaling van het drama te voorkomen, opa en Jonathan pompten zich een slag in de rondte, en toen konden ze op weg! Als echte dierenredders gingen ze in optocht naar het kanaal en daar brachten ze hun nieuwe vriendje weer fijn naar z’n mama en zusje. Volgens Boaz kreeg hij een knuffel en was hij heel blij. Missie geslaagd!

      

Vier keer de Rijn over

Gisteren hebben we véél in de auto gezeten. We wilden naar onze familie omdat Hannah nu vakantie heeft en Johan ook pas dinsdagmiddag weer hoeft te werken. Net genoeg tijd dus om heen en weer te gaan en iedereen even te spreken plus meteen de belijdenisdienst van Arjan en Anita mee te maken.

’s Morgens moest Johan nog werken en Hannah naar school. Zij had een leuk dagje: ze gingen met de hele klas op bezoek bij een klasgenootje in Frankrijk. Omdat de school heel klein is en de kinderen uit verschillende plaatsen in de omgeving komen, is het niet zo gemakkelijk om na schooltijd met klasgenootjes te spelen. Daarom heeft men bedacht om bij elk kind uit de klas een keer op bezoek te gaan als een soort uitje, zodat de kinderen elkaars thuissituatie een beetje leren kennen en ze ook hun dagelijkse omgeving kunnen laten zien (het favoriete speeltuintje, een mooi riviertje, dat soort dingen). Ontzettend leuk, tot nu toe is Hannah bij twee kinderen thuis geweest en 8 juni hopen ze allemaal bij ons te komen. We hopen alvast op goed weer…

Gisteren gingen ze dus de grens over naar Frankrijk. Om kwart voor één stapte ik met Boaz en Judith in de auto om haar op te halen en dan via Johan z’n werk door te rijden naar Nederland. We moesten dus de Rijn oversteken via een soort binnenweggetje. Deels maar één rijbaan, dus je kunt elke 5 minuten afwisselend naar Frankrijk of weer terug. Als je dan de Rijn zelf over bent, volgt er een kanaal dat net zo breed is, met een gigantische sluis voor vrachtschepen. Ben je daar ook overheen, dan zie je Fessenheim. Dat is bijna een lelijk woord voor mensen in onze omgeving: sinds de dreigende kernramp in Japan een paar jaar terug hebben Duitsers het niet meer zo op kerncentrales. En laten de Fransen er nu eentje gebouwd hebben in Fessenheim, precies op de grens met Duitsland… Het water van de Rijn dient als koelwater, en die rivier is tevens de landsgrens. Mocht er dus iets mis gaan met die kerncentrale, dan is de helft van de gevolgen voor de dichtbevolkte Duitse Rijnvallei. Er wordt nu al jarenlang gesteggeld over een sluiting, maar een definitief besluit is er nog niet.

Na Fessenheim ben je dus echt in Frankrijk beland, en dat is meteen te zien. Slechte smalle weggetjes, af en toe een huis en verder bijzonder weinig. Hannah had er een fijne middag, ze mocht onder andere kikkervisjes vangen uit de privévijver. Toen we haar hadden ingeladen reden we naar Freiburg om Johan op te halen en onze eerste file te doorstaan. Vervolgens gingen we dus richting Nederland. Helaas zijn er meer mensen onderweg als de Pinkstervakantie begint… Het was een lange rit, maar de tweede helft konden we gelukkig redelijk vlot doorrijden. En staken we nog twee keer de Rijn over: één keer om op de Linksrheinische Autobahn te komen en daarna bij Arnhem weer. Dat was dus vier keer op één dag!

Autorijden blijft saai en het duurt wel duizend lang. Dat is twee schooldagen in één dag, na schooltijd. Maar met een ijsje onderweg en een paar verhaaltjescd’s hebben we het weer gered. Rond half elf stonden we allemaal klaarwakker bij opa en oma op de stoep en werden we onthaald op thee, ijs en kroket. En daarna hebben we héérlijk geslapen!

Moederdag

Gisteren was het moederdag – ja, dat hebben ze hier ook. Vaderdag dan weer niet, tenminste: op Hemelvaartsdag schijnt er een soort vaderdag gehouden te worden, maar op school en op de zondagschool wordt daar helemaal geen aandacht aan besteed. Terwijl onze kinderen met moederdag wél met een knutseltje en een chocolaatje aan kwamen. Het is niet eerlijk 😉 Dus wij vieren straks gewoon Nederlands vaderdag, met de standaard foto-van-onze-kinderen voor op papa’s bureau, een lief knutselwerkje en een extra lekkere maaltijd.

Voor een mama is zo’n dagje natuurlijk heerlijk: papa doet al het werk en mama wordt verwend. We houden zelfs nog even de illusie vast dat de kinderen zich weer wat meer bewust zijn van het voorrecht dat ze ouders hebben die dagelijks voor ze zorgen – voor enkele dagen ben ik de status van vanzelfsprekend personeelslid ontstegen. Hoewel, als ik Boaz af en toe hoor… die ziet mama meer als een hondje dat je in het rond kunt commanderen.

Omgekeerd zijn we natuurlijk ook dankbaar voor onze “oma Paula”, die ons ook het afgelopen jaar weer veel heeft geholpen door af en toe op te passen, logeerpartijtjes te regelen en te helpen verhuizen. En die gewoon regelmatig ’s even belt om bij te kletsen en te vragen hoe het ons vergaat. Extra zuur op zo’n dag dat we elkaar de komende tijd weinig zullen zien omdat 700 km toch wel veel is om regelmatig af te leggen…  Gelukkig hopen we komend weekend weer even in Nederland te zijn.

Nog moeilijker vind ik het gemis van mijn eigen moeder. Ik mis haar elke dag, maar op zo’n moederdag is het extra verdrietig. Natuurlijk, de goede herinneringen overheersen en we blijven ontzettend dankbaar voor al het goede dat we in haar ontvangen hebben. En we weten gelukkig ook dat het voor mama zelf uiteindelijk niet erg was om te sterven. Maar toch, we hadden haar zo graag nog bij ons gehad…

Voor mij een extra aanmoediging om elke dag weer te proberen haar voorbeeld te volgen, en zelf ook een goede moeder voor mijn kinderen te zijn…

Duizend ijs, bitte!

Als je een dreumes, een kleuter en een zesjarige in huis hebt, hoor je regelmatig nieuwe woorden, zinnen en taalgrapjes langskomen.

Judith begint eindelijk wat meer te zeggen dan alleen “papa” en “mama”. Niet dat ze stilletjes door het huis scharrelt, maar wat er tot nu toe uit haar mond kwam is vooral “o-oh”, “die!”, “oooh!”, “bah” et cetera. Strikt genomen zijn dat misschien ook woordjes, maar een zinnig gesprek voer je er niet direct mee. De laatste week horen we langzamerhand wat meer variatie voorbijkomen: “k(l)aar”, “poep” (praktisch!), “paa(rd)” voor alle dieren op vier poten die hun kop in de lucht steken, “aap” voor beesten die buiten de “paa”-categorie vallen maar toch wel enigszins gelijkenis vertonen, “(v)is”, “kuke” voor kuikentjes etc… En niet te vergeten: “koek” en “ijs!”. Dat laatste is zeer belangrijk om je wensen tot uiting te brengen, want mama ruimt koekjes hoog op en de deur van de vriezer kan mevrouwtje ook niet zelf openmaken. Verder vindt ze dieren, zowel in levende lijve als in boekjes, uitermate interessant. Dat zie je dus meteen terug in de woordjes die ze kent. “Eekhoorn” zou ze nog graag willen leren, maar (1) dat is een vrij lastig woord, en (2) ze heeft altijd veel haast als ze een eekhoorn ziet en dat aan ons wil vertellen. Dus dat doet ze tot nu toe door enthousiast te springen, te wijzen en “die! ooh! die!” te roepen. Het is ook een erg leuk gezicht als er eekhoorntjes door de bomen in de tuin roetsjen. Soms knabbelen ze van een soort dennenappeltjes die vlak bij ons terras groeien, of ze spelen tikkertje in de grotere bomen. We hebben ze inmiddels minstens 15 keer gezien, maar Juud kan er nog steeds niet over uit.

Boaz is op het moment veel bezig met getallen. En dan vooral met een heel stoer getal: duizend! Alles wat boven de vijf of tien komt, is “duizend”. Hij heeft natuurlijk geen flauw benul hoeveel dat eigenlijk is, maar het staat synoniem voor veel en groot. Mama is bijvoorbeeld wel duizend zwaar, papa is duizend lang, onze auto kan duizend hard, enzovoorts. Van de week kwam hij tot de ontdekking dat papa ook wel duizend geld heeft, en dat opende heel wat perspectieven! Wat kan je daar al niet voor kopen zeg! Ik geloof dat ‘ie z’n verlanglijstje meteen gaat herzien 🙂

Hannah houdt erg van taalgrapjes. Rijmwoorden, samengestelde woorden, woorden die twee betekenissen hebben… een wereld aan ontdekkingen. De laatste weken is ze natuurlijk meer bezig met Duits, en hoewel ze het nog wel lastig vindt om op school alles in het Duits te moeten zeggen, krijgen wij al regelmatig bijles van haar. Dan zeg ik nietsvermoedend “alsjeblieft Hansje!” en krijg ik terug: “We zijn nu in Duitsland mama, dan zeg je ‘bitte’!”. Oh, I’m sorry… Het is ook erg leuk om te zien hoe ze de logica van talen ziet. We hadden pas een watermeloen gekocht, en toen kwam ze zelf op het idee dat dat vast een “wasser-meloen” heet, omdat ze op school een les had gehad over slootwater, rioleringen et cetera. Ook Duitse liedjes worden thuis ten gehore gebracht, en dan moeten wij raden wat het betekent. Dat is nog niet altijd triviaal, omdat ze het vaak nazingt zonder de woorden precies te kennen, maar meestal komen we een heel eind. En als we er echt niet uitkomen, met huiswerk maken bijvoorbeeld, dan pakken we samen het woordenboek erbij. Zo leert mama tenminste ook nog wat, want díe gaat hier niet naar school…

Lange giraffe en gele tijger

Vandaag was de dag van lange giraffe en gele tijger. Voor wie ze nog niet kent: dat zijn een stoere bergbeklimmende meid van zes en een even stoere bergbeklimmende jongen van vier. Samen met hun vader gingen ze al vroeg op pad vanmorgen: eerst met de trein naar Münstertal en toen te voet verder naar de top van de Belchen. Zie ze daar eens trots op de foto staan! Dat was ook wel terecht, na 4 uur klimmen en klauteren. Omdat lange giraffe en gele tijger een beren-honger hadden gekregen van al dat geklim, kregen ze van hun vader een bord patat in het eethuis boven op de berg. En het leukste van alles: ze mochten met de stoeltjeslift weer naar beneden. Daar werden ze gelukkig met de auto opgehaald, want de stoeltjeslift komt niet bij een treinstation en om nou nóg weer een paar uur te lopen, dat was een beetje teveel van het goede.

Voor kleine zus was het hele avontuur wat minder geslaagd; die werd kotsmisselijk van alle haarspeldbochten en spuugde zichzelf helemaal onder toen we tijger en giraffe gingen ophalen 🙁 We hopen van harte dat dat eenmalig was en dat ze geen wagenziekte ontwikkelt! We hoeven natuurlijk niet wekelijks de berg op, maar hopen toch wel regelmatig een keer naar Nederland te rijden – dat is dan wel een stuk minder bochtig, maar toch een heel eind… We zullen het binnenkort mogen ervaren, want we hopen het Pinksterweekend in Nederland door te brengen. Helaas heeft Johan geen vakantie, dus het wordt een flitsbezoekje.

Om de dag leuk af te sluiten voor onze giraffe en tijger hebben we gebarbecued. Op ons eigen terrasje, want de vuurplaats op de Krozinger berg was al bezet. En we waren vlot klaar, want de beren-honger was na anderhalf worstje helemaal over. Juud hield het na twee hapjes ook voor gezien, dus hebben we de boel maar opgeruimd en het geboefte naar bed gebracht 🙂 Al met al, een dag vol avonturen!